Partneralimentatie
De ex-partner die niet voldoende inkomsten heeft om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien, noch zich in redelijkheid voldoende inkomsten kan verwerven, kan jegens de andere ex-partner aanspraak maken op een financiële bijdrage. Deze financiële bijdrage noemen we partneralimentatie.
Dat geldt alleen als er sprake is geweest van een huwelijk of een geregistreerd partnerschap. Mensen die niet met elkaar getrouwd zijn geweest en mensen die geen geregistreerd partnerschap met elkaar hebben gehad, kunnen jegens hun ex-partner geen aanspraak maken op alimentatie.
Hoe wordt partneralimentatie vastgesteld?
Alleen de ex-partner die onvoldoende inkomsten heeft om in zijn of haar levensonderhoud te voorzien, kan aanspraak maken op partneralimentatie. Wanneer heeft iemand onvoldoende inkomsten? Om dat te bepalen, moet eerst worden vastgesteld wat die persoon nodig heeft om in het levensonderhoud te voorzien. Welke behoefte heeft die persoon?
Welstand tijdens het huwelijk en behoefte
Om de behoefte te bepalen wordt gekeken naar het inkomen van de partners en de uitgaven tijdens het huwelijk. Voor de vraag wat de ex-partner maandelijks nodig heeft, is de welstand tijdens het huwelijk van belang. Hoe groter het gezamenlijke inkomen tijdens het huwelijk, des te hoger de behoefte aan alimentatie. We noemen deze behoefte ook wel de huwelijksgerelateerde behoefte.
Ook wordt voor het vaststellen van de behoefte gekeken naar de na de echtscheiding te verwachten vaste lasten.
Het vaststellen van de behoefte van de persoon die alimentatie wil ontvangen, is maatwerk. Het gebeurt meestal aan de hand van een behoeftelijst. Op die behoeftelijst worden alle kosten en uitgaven van de ex-partner die alimentatie vraagt onder elkaar gezet. Zoveel als mogelijk is, worden er ook bewijsstukken bijgevoegd waaruit blijkt dat de op de behoeftelijst opgenomen uitgaven ook daadwerkelijk tijdens het huwelijk werden gedaan. Het gaat dan niet alleen om de woonlasten, de zorgverzekering, maar ook om de uitgaven voor hobby’s, vrijetijdsbesteding, vakanties, uitjes, uiterlijke verzorging etc.
Netto besteedbaar maandinkomen
Nadat de behoefte is vastgesteld, moet van de persoon die partneralimentatie wil ontvangen het netto besteedbare maandinkomen worden vastgesteld. Dat netto besteedbare maandinkomen wordt in mindering gebracht op de huwelijks gerelateerde behoefte. Wat overblijft is het bedrag waarin die persoon niet zelf kan voorzien. Dat bedrag is gelijk aan het bedrag dat als partneralimentatie nodig is. De alimentatie kan nooit hoger zijn dan deze zogeheten aanvullende behoefte. Tot slot moet de draagkracht worden bepaald van de ex-partner van wie wordt gevraagd alimentatie te betalen. Dat is de persoon die tijdens het huwelijk het hoogste inkomen heeft gehad.
Hoe lang moet partneralimentatie worden betaald?
Tot 1 januari 2020 geldt dat de maximale duur van de partneralimentatie in beginsel 12 jaar is. Bent u langer dan vijf jaar getrouwd geweest of zijn er tijdens het huwelijk kinderen geboren, dan geldt deze maximale termijn van 12 jaar. Zijn er geen kinderen en bent u korter dan vijf jaar getrouwd geweest, dan is de alimentatieduur net zo lang als de duur van het huwelijk.
Er zijn mogelijkheden om de partneralimentatieduur te verkorten. De rechter kan de duur van de alimentatie limiteren. Dat zal de rechter echter niet snel doen. De verplichting tot het betalen van partneralimentatie vervalt ook als de andere ex-partner met een nieuwe partner gaat samenwonen als ware zij of hij met die nieuwe partner gehuwd. Evenzo hoeft er geen alimentatie meer betaalt te worden op het moment dat de ontvanger van de partneralimentatie voldoende inkomen is gaan verdienen om zelf in het eigen levensonderhoud te kunnen voorzien.
Per 1 januari 2020
Vanaf 1 januari 2020 is de duur van de partneralimentatie gelijk aan de duur van het huwelijk, maar niet langer dan vijf jaar. Deze nieuwe alimentatieduur geldt echter niet in alle gevallen. Er zijn een aantal uitzonderingen.
Is de persoon die partneralimentatie nodig heeft 15 jaar getrouwd geweest en zit hij of zij 10 jaar van de AOW-leeftijd af, dan kan hij of zij aanspraak maken op partneralimentatie tot aan het moment waarop de AOW in gaat.
Is de alimentatiegerechtigde 50 jaar of ouder en langer dan 15 jaar getrouwd, dan geldt een maximale alimentatieduur van 10 jaar. Hebben de ex-partner kinderen onder de 12 jaar, dan blijft de oude alimentatieduur van 12 jaar gelden. De partneralimentatie stopt dan als het jongste kind 12 wordt.